De werkwijze voor de berekening van de U-waarde van (garage)poorten in het kader van de energieprestatieregelgeving (EPB) is vastgelegd in het ‘Transmissie-referentiedocument’ (voor Vlaams, Brussels en Waals Gewest; vrij te downloaden).
De U-waarde (ook de warmtedoorgangscoëfficiënt genoemd) wordt als volgt gedefinieerd:
“De hoeveelheid warmte die in stationaire toestand door een bouwdeel gaat, per tijdseenheid en per vierkante meter als er een temperatuurverschil van 1 °C is tussen de binnen- en de buitenomgeving”, en ze wordt uitgedrukt in watt per vierkante meter per graad temperatuurverschil, uitgedrukt in kelvin: W/m2K.
Anders uitgedrukt: door een bouwdeel van 1 m² met een U-waarde van 1 W/m²K gaat er per uur en per graad temperatuurverschil een hoeveelheid warmte gelijk aan 1 wattuur van de binnen- naar de buitenomgeving. Door een bouwdeel met oppervlakte van 2 m² en een U-waarde van 1,5 W/m²K gaat bij een temperatuurverschil van 30 K (bv. +20 °C binnen en -10 °C buiten) per uur 90 wattuur van binnen naar buiten (1,5 W/m²K x 2 m²x30 K).
Volgens het TRD (transmissiereferentiedocument ) § 8.2 moet de U-waarde van een garagepoort bepaald worden door een berekening volgens de NBN EN 12428.
De berekening moet uitgevoerd zijn op exact dezelfde poort met dezelfde afmetingen en dezelfde samenstellende componenten.
Evenwel is het mogelijk om volgens § 8.6 van het TRD poorten met eenvoudige geometrische karakteristieken en die uitgevoerd zijn met materialen waarvan de verhouding van hun warmtegeleidbaarheden (lambdawaarden) niet groter is dan 1/5 (nagels en schroeven uitgezonderd) de Up waarde van het poortblad te bepalen volgens eq.8 waarbij de corresponderen de RT-waarde naargelang de opbouw berekende is volgens eq.3 of eq.4. (uiteraard moet dan ook nog het frame waarmee de poort in de ruwbouw vastzit in rekening gebracht worden.
Dit geldt NIET voor sectionaalpoorten. Deze hebben geen ‘eenvoudige geometrische karakteristieken’.
Ofwel moet er voor dit specifiek geval dus een berekening zijn van de U-waarde volgens de hoger vermelde norm ofwel moet er gerekend worden met de waarde bij ontstentenis vastgelegd in het TRD (tabel 4).